“O Mensheid! Aanbid Jullie Heer
Die Jullie Heeft
Geschapen”
door de Vlaggendrager van al-Jarh wa
at-Ta'deel van deze tijd,
al-Moehaddith, Rabee' ibn Haadie al-Madkhalie
al-Moehaddith, Rabee' ibn Haadie al-Madkhalie
Vertaald door: Yâsîn Aboe Ibrâhîm
Allaah – tabaaraka wa ta'aalaa – zegt:
يَاأَيُّهَا ٱلنَّاسُ ٱعْبُدُواْ رَبَّكُمُ ٱلَّذِى خَلَقَكُمْ وَٱلَّذِينَ مِن قَبْلِكُمْ لَعَلَّكُمْ تَتَّقُونَ
ٱلَّذِى جَعَلَ لَكُمُ ٱلأَرْضَ فِرَاشاً وَٱلسَّمَاءَ بِنَآءً وَأَنزَلَ مِنَ ٱلسَّمَآءِ مَآءً فَأَخْرَجَ بِهِ مِنَ ٱلثَّمَرَاتِ رِزْقاً لَّكُمْ فَلاَ تَجْعَلُواْ لِلَّهِ أَندَاداً وَأَنْتُمْ تَعْلَمُونَ
O mensheid! Aanbid jullie Heer die jullie heeft geschapen en [ook] degenen voor jullie [heeft geschapen], hopelijk zullen jullie [Hem] vrezen. (21) Degene Die de aarde voor jullie tot rustplaats heeft gemaakt en de hemel tot een gewelf [heeft gemaakt], en water (regen) heeft neergezonden uit de hemel waarmee Hij vruchten voortbracht als een voorziening voor jullie. Ken daarom geen deelgenoten toe aan Allaah, terwijl jullie weten [dat Hij Alleen het recht heeft om aanbeden te worden].
[Soerah al-Baqarah: 21-22]
Deze [verzen] behoren tot de geweldige verzen die uitnodigen naar de Tawhied van Allaah – tabaaraka wa ta'aalaa –, naar het zuiveren van de religie voor Hem en naar het bestrijden van Shirk (afgoderij) en het nemen van gelijkenissen met Allaah – tabaaraka wa ta'aalaa –. Hij voerde dit vers aan als uitnodiging van de mensen naar de Tawhied van Aanbidding, en voert daarna de bewijzen aan dat Hij Alleen het recht heeft om aanbeden te worden, zonder dat Hij hierin enige deelgenoten heeft.
Hij is Degene Die de hemel heeft geschapen en het tot een welbewaakt gewelf heeft gemaakt voor jullie. En Hij heeft de aarde voor jullie tot verblijfplaats gemaakt en daarin rivieren voor jullie geplaatst. En Hij heeft regen neder gezonden uit de hemel, waarmee Hij voor jullie verschillende soorten planten en vruchten deed groeien – soebhaanahoe wa ta'aalaa –.
Dus Degene Die jullie heeft geschapen, jullie heeft doen bestaan uit niets, jullie heeft begunstigd met deze gunsten en alles in de aarde en hemel aan jullie dienstbaar heeft gemaakt; Hij Alleen verdient het om aanbeden te worden, zonder enige deelgenoten aan Hem – soebhaanahoe wa ta'aalaa – in welke aanbidding dan ook.
Dus de manier van de Qor-aan is dat het de verzen voortbrengt die uitnodigen naar Tawhied, ze dan ondersteunt met bewijzen voor Tawhied al-Ilaahiyyah en ze dan ondersteunt met bewijzen voor Tawhied ar-Roeboebiyyah. Dus de Rabb, Hij is de Schepper, Voorziener, Degene Die doet leven en Degene Die doet sterven. En de Rabb is Aanbedene, en hij is Degene Die het verdient om aanbeden te worden, want Hij is de Rabb, de Schepper, de Voorziener, Degene Die doet leven en Degene Die doet sterven – soebhaanahoe wa ta'aalaa –. Dus het is niet toegestaan om een gelijkenis te nemen met Hem, want voorwaar, dit behoort tot de grootste misdaden en de grootste vorm van Koefr (ongeloof) en Shirk (afgoderij).
En de Qor-aan staat vol met de uitnodiging naar de Tawhied van Allaah – tabaaraka wa ta'aalaa – met zijn verschillende soorten: Tawhied al-'Ibaadah (aanbidding), Tawhied ar-Roeboebiyyah (Zijn Heerschappij) en Tawhied al-Asmaa wa as-Sifaat (Namen en Eigenschappen), en zo ook de Soennah [staat vol hiervan]. Maar veel mensen zijn onwetend hierover, waardoor velen van hen terechtgekomen zijn in het toekennen van deelgenoten in de aanbidding, en velen van hen mengen tussen Shirk in de 'Ibaadah (aanbidding) en in de Heerschappij, en ze voegen hierbij de ontkenning van de Eigenschappen (Sifaat) van Allaah.
En Allaah – soebhaanahoe wa ta'aalaa – heeft de geredde groep onderscheidend gemaakt [van de rest] doordat zij blijven op deze Ware Religie en de [drie] soorten van de Tawhied van Allaah – tabaaraka wa ta'aalaa – bevestigen, en alle vormen en soorten van Shirk bestrijden. Zij alleen zijn degenen die standvastig blijven op deze Waarheid, dit Licht en deze Leiding.
“Er zal een groep van mijn Oemmah duidelijk op de waarheid blijven, en niemand zal hen schaden van degenen die hen verlaten of tegengaan, en zij zullen hierop blijven totdat de Belofte van Allaah komt.”
[Sahieh Moeslim #107]
[Sahieh Moeslim #107]
Ken dus deze manhaj (methodiek), houd jullie eraan vast en bijt erop met jullie kiezen. En nodig de mensen ernaar uit met kennis en bewijzen.
“Dat Allaah door jou één persoon leidt, is beter voor jou dan [het bezitten van] Hoemoer an-Ni'am (kamelen met een bijzonder aangename rode kleur, waar de Arabieren erg trots op waren).”
[Sahieh al-Boekhaarie #3701]
[Sahieh al-Boekhaarie #3701]
Dus er zijn veel verzen in de Qor-aan waarin Allaah het aanroepen [van anderen naast Hem] heeft verboden en het Grote Shirk heeft genoemd.
وَمَنْ أَضَلُّ مِمَّن يَدْعُو مِن دُونِ ٱللَّهِ مَن لاَّ يَسْتَجِيبُ لَهُ إِلَىٰ يَوْمِ ٱلْقِيَامَةِ وَهُمْ عَن دُعَآئِهِمْ غَافِلُونَ
وَإِذَا حُشِرَ ٱلنَّاسُ كَانُواْ لَهُمْ أَعْدَآءً وَكَانُواْ بِعِبَادَتِهِمْ كَافِرِينَ
En wie is er meer afgedwaald dan hij die naast Allaah [afgoden] aanroept die hem, tot de Dag der Opstanding, niet kunnen verhoren en die zich onbewust zijn over hun smeekbede? (5) En wanneer de mensheid bijeengebracht wordt (op de Dag der Opstanding), zullen zij (i.e. de afgoden) voor hen vijanden worden en zullen zij hun aanbidding verwerpen.
[Soerah al-Ahqaaf: 5-6]
وَإِذَا حُشِرَ ٱلنَّاسُ كَانُواْ لَهُمْ أَعْدَآءً وَكَانُواْ بِعِبَادَتِهِمْ كَافِرِينَ
En wie is er meer afgedwaald dan hij die naast Allaah [afgoden] aanroept die hem, tot de Dag der Opstanding, niet kunnen verhoren en die zich onbewust zijn over hun smeekbede? (5) En wanneer de mensheid bijeengebracht wordt (op de Dag der Opstanding), zullen zij (i.e. de afgoden) voor hen vijanden worden en zullen zij hun aanbidding verwerpen.
[Soerah al-Ahqaaf: 5-6]
Dus hier, in deze verzen van Soerah al-Ahqaaf, bevestigt Hij dat niemand meer afgedwaald is dan degene die anderen naast Allaah aanroept, “En wie is er meer afgedwaald dan hij die naast Allaah [afgoden] aanroept die hem, tot de Dag der Opstanding, niet kunnen verhoren...” Indien jij honderd jaar lang de doden, de Profeten en de Engelen zou staan aanroepen naast Allaah – tabaaraka wa ta'aalaa –; het is niet mogelijk voor hen om [jouw smeekbedes] te beantwoorden, “en die zich onbewust zijn over hun smeekbede,” zoals Allaah – tabaaraka wa ta'aalaa – heeft gezegd. Dus zij zijn zich onbewust over deze valse smeekbedes [naar hen] en deze Grote Shirk – toevlucht wordt gezocht bij Allaah –.
Daarna, bij het einde van het vers, oordeelde Hij over deze smeekbede dat het Koefr (ongeloof) is. Hij zei, “en zullen zij hun aanbidding verwerpen,” oftewel: hun smeekbedes. Zij zullen ontkennen [en zeggen], “Wij hebben jullie niet bevolen om ons als gelijkenissen te nemen naast Allaah en om ons aan te roepen naast Allaah.” Zij (i.e. de afgoden) zullen zich los verklaren (zich distantiëren) van hen (op de Dag der Opstanding).
En Allaah heeft geoordeeld over deze smeekbede dat het dwaling is en dat het ongeloof in Allaah – tabaaraka wa ta'aalaa – is.
وَٱلَّذِينَ تَدْعُونَ مِن دُونِهِ مَا يَمْلِكُونَ مِن قِطْمِيرٍ
En degenen die jullie naast Hem aanroepen, hebben zelfs over een Qitmier (dadelvliesje) geen macht.
[Soerah Faatir: 13]
En degenen die jullie naast Hem aanroepen, hebben zelfs over een Qitmier (dadelvliesje) geen macht.
[Soerah Faatir: 13]
Begrijp dit, O mijn broeders! “En degenen die jullie aanroepen naast Hem...” Er zijn mensen die 'Iesa (Jezus) aanroepen, mensen die 'Oezayr aanroepen, mensen die de Boodschapper (Mohammed) aanroepen en mensen die de Awliyaa aanroepen.
وَٱلَّذِينَ تَدْعُونَ مِن دُونِهِ مَا يَمْلِكُونَ مِن قِطْمِيرٍ
En degenen die jullie naast Hem aanroepen, hebben over een Qitmier (dadelvliesje) nog geen macht.
[Soerah Faatir: 13]
En degenen die jullie naast Hem aanroepen, hebben over een Qitmier (dadelvliesje) nog geen macht.
[Soerah Faatir: 13]
Dit universum is allemaal het bezit van Allaah.
للَّهِ ما فِى ٱلسَّمَاواتِ وَمَا فِى ٱلأَرْضِ
Aan Allaah behoort alles wat er in de hemelen en op de aarde is...
[Soerah al-Baqarah: 284]
Aan Allaah behoort alles wat er in de hemelen en op de aarde is...
[Soerah al-Baqarah: 284]
Geprezen en Vrij van alle tekortkomingen is Hij, Hij heeft in niets hiervan deelgenoten, zelfs niet in het gewicht van een atoom. Dus diegenen die worden aangeroepen naast Allaah, ook al zijn zij Profeten of vrome dienaren; Allaah is er niet tevreden mee dat zij worden toegekend als gelijkenis aan Hem – soebhaanahoe wa ta'aalaa –, ook al houdt Hij van hen en is Hij tevreden met hen omdat zij uitnodigen naar Zijn Tawhied en naar het zuiveren van de religie voor Allaah. Dus hoe kunnen zij als deelgenoten worden genomen naast Allaah – tabaaraka wa ta'aalaa –?
Dus met deze bevestiging van Tawhied, maakt Allaah de werkelijkheden duidelijk zoals zij duidelijk zijn, “En degenen die jullie naast Hem aanroepen, hebben over een Qitmier (dadelvliesje) nog geen macht.” De Engelen, de Profeten en de vrome dienaren hebben zelfs geen macht over de grootte van een dadelvliesje van dit universum. De “Qitmier” is het dadelvliesje, en de “Naqier” is de kleine vlek op de dadelpit; zij hebben zelfs geen macht over een dadelvliesje.
Degene die, in dit hele universum, over een dadelvliesje geen macht heeft; hoe kunnen jullie hem als deelgenoot nemen naast Allaah, hem aanroepen en zijn hulp zoeken, terwijl hij niet eens macht heeft over een dadelvliesje van dit universum. En Allaah is uitgezonderd in de Schepping en het Bezit van dit universum – soebhaanahoe wa ta'aalaa –, en Hij heeft in niets hiervan een deelgenoot. Dus dit vers, naast vele andere verzen, verduidelijkt de Tawhied van Allaah – tabaaraka wa ta'aalaa –.
وَٱلَّذِينَ تَدْعُونَ مِن دُونِهِ مَا يَمْلِكُونَ مِن قِطْمِيرٍ
إِن تَدْعُوهُمْ لاَ يَسْمَعُواْ دُعَآءَكُمْ
En degenen die jullie naast Hem aanroepen, hebben over een Qitmier (dadelvliesje) nog geen macht. (13) Als jullie hen aanroepen, dan horen zij jullie smeekbede niet...
[Soerah Faatir: 13-14]
إِن تَدْعُوهُمْ لاَ يَسْمَعُواْ دُعَآءَكُمْ
En degenen die jullie naast Hem aanroepen, hebben over een Qitmier (dadelvliesje) nog geen macht. (13) Als jullie hen aanroepen, dan horen zij jullie smeekbede niet...
[Soerah Faatir: 13-14]
Dus is het gepast voor een persoon die zichzelf toeschrijft aan de Islaam om dit vers te lezen, waarin Allaah bekendmaakt dat degenen die worden aangeroepen zelfs over een dadelvliesje geen macht hebben en de smeekbedes niet horen, “Als jullie hen aanroepen, dan horen zij jullie smeekbede niet...” Hoe kan jij jouw Heer niet geloven? Hoe kan jij niet in de Qor-aan geloven? “Als jullie hen aanroepen, dan horen zij jullie smeekbede niet...” Dit is de Waarheid! Hoe kan jij enige twijfels hebben hierover? Allaah zegt dat zij niet kunnen horen! En jij zegt, “Zij kunnen horen! Bij Allaah, ik geloof dat zij kennis hebben van het onwaarneembare en dat zij beschikken over het universum!”
En zij roepen hen aan van duizenden mijlen ver, “O 'Abdoel-Qaadir!”, “O Badawie!”, “O Jilaanie!”, “O die en die!”, “O Boodschapper van Allaah!”
Hij bevindt zich in Indïe en hij roept 'Abdoel-Qaadir aan die zich bevindt in Irak. Hij (i.e. 'Abdoel-Qaadir) is dood, hij is lang geleden gestorven. Toch gelooft hij dat hij hem hoort en dat hij zijn smeekbede zal beantwoorden en dat hij hem zal redden uit rampspoeden, en zo ook al-Badawie en ook die en ook die. Dit is duidelijke dwaling, en toevlucht wordt gezocht bij Allaah.
Degenen die velen van de Oemmah hebben doen terechtkomen in deze dwaling, zijn niemand anders dan de ketterse Rawaafid en de Soefies, en onder hen zijn er zanaadiqah (ketters) en malaahidah (ontspoorden van de Religie). Zij hebben de Oemmah doen terechtkomen in deze dwaling en hebben hen uitgenodigd naar het aanbidden van anderen naast Allaah; het slachten voor hen, het afleggen van geloften bij hen en het bouwen van koepels en gebouwen over hun graven. De Christenen en de Joden hebben geen daad verricht behalve dat veel Moslims hen hebben overtroffen in deze gruweldaden.
Dus roep alleen Allaah – soebhaanahoe wa ta'aalaa – aan, leer dit aan de mensen en aanbid Hem alleen. En breng jullie zelf, jullie kinderen en families groot op de pure Tawhied van Allaah, want, bij Allaah, je zal worden blootgesteld aan het Hellevuur en het eeuwig verblijven daarin indien jij de Tawhied en de betekenis van Laa ilaaha illal-Laah, Mohammed Rasoeloel-Laah niet goed onder de knie hebt, waarover jij gevraagd zal worden in jouw graf en waarmee jij, indien jij een zondaar bent van de mensen van het Hellevuur, er uit zal komen met deze Tawhied.
Dus ook al zou je komen met al het goud en zilver van de wereld, terwijl jij een polytheïst tegenover Allaah bent, zal Allaah dit allemaal maken tot verstrooid stof. Ook al heb jij Allaah veel aanbeden, maar terwijl heb jij gelijkenissen aan hem toegekend, dan zal Allaah die [aanbidding] niet accepteren van jou en zou Hij het zien als Shirk en zou Hij jou behandelen zoals een polytheïst.
Wij vragen Allaah om ons en jullie standvastig te maken op Zijn Ware Religie en op Zijn Tawhied, en dat Hij uitnodigers – die oprecht zijn, adviserend zijn en een zuivere intentie hebben – klaarmaakt voor de Oemmah om hen – na Allaah – uit deze dwalingen te halen waarin de Rawaafid, Soefies en de redenaars hen hebben doen terechtkomen.
De filosofen hebben een rol gespeeld in het afdwalen van de Oemmah. De filosofen – en zij zijn de Moe'tazielah, Jahmiyyah en de Khawaarij – hebben een grote rol gespeeld in het afdwalen van de mensen, zelfs in de betekenis van Laa ilaaha illal-Laah. Zij zeggen dat dit de betekenis van Laa ilaaha illal-Laah is: “Er is geen Schepper of Voorziener [behalve Allaah]!” En er is [inderdaad] geen Schepper of Voorziener naast Hem, maar dit is niet de betekenis van Laa ilaaha illal-Laah. Echter betekent het dat er niets of niemand het recht heeft om aanbeden te worden behalve Allaah. Dus toen zij haar betekenis hebben doen verloren gaan, kwamen zij terecht in deze dwalingen.
Dus maak aan de mensen de betekenis van Laa ilaaha illal-Laah duidelijk, datgene wat indien men het zou plaatsen in een schaal en de hemelen en alles wat het bevat en de aarde en alles wat het bevat in een andere schaal, zou Laa ilaaha illal-Laah zwaarder wegen, de uitspraak van Tawhied; het heeft een verheven positie bij Allaah, en geen enkele daad is gelijk eraan.
Moge Allaah ons en jullie succes schenken en ons standvastig maken op de Waarheid, voorwaar, onze Heer is Degene Die de smeekbede verhoort. En moge Allaah de rang van onze Profeet Mohammed, zijn familie en zijn metgezellen verheffen en hen vrede schenken.
Bron: http://www.sahab.net/forums/index.php?showtopic=130627