Waarom tasten de Demonen (Djinn) en de Duivels (Shayateen) de Moslims aan?

Inqaadh al –Moeslimien min Waswasat al-Djinn wash-Shayaatien
Auteur: Shaykh Mohammed ibn ‘Abdillaah al-Imaam -haafidahu l-Laah-
Bron: ‘Bescherming van de Moslims tegen de Influisteringen van de Demonen en de Duivels’, van uitgeverij Daar al-Aathaar.

Waarom tasten de Demonen en Duivels de moslims aan?


De redenen dat de demonen en duivels de moslims schade berokkenen, zijn talrijk. We zullen slechts een aantal hiervan noemen:

(1) De demonen zien ons, terwijl wij hen normaal gezien niet kunnen zien.

Allah (Verheven is Hij) zegt over Iblies en zijn nakomelingen: “Voorwaar, hij en zijn nakomelingen zien jullie vanwaar jullie hen niet kunnen zien.” [Soerat al-A’raaf 7:27]

Shaykhoel-Islaam werd in Madjmoe’ al-Fataawa (15/7) het volgende gevraagd over dit Koranvers: ‘Wil dit zeggen dat niemand hen kan zien, of kan het zijn dat sommige mensen hen wel zien?’

Hij (moge Allah hem genadig zijn) gaf het volgende antwoord: 'In de Koran staat dat zij de mensen zien vanwaar de mensen hen niet kunnen zien en dit wijst erop dat zij de mensen zien in een toestand waarin de mensen hen niet zien. Dit wil echter niet zeggen dat niemand van de mensen hen ooit kan zien. Het kan zijn dat de rechtschapenen en anderen hen ook kunnen zien, maar niet in elke toestand.’

Vanwege het feit dat zij ons zien en wij hen niet, durven zij ons kwaad te doen en dit is gemakkelijk voor hen. De enige die veilig is voor hun kwaad is hij die door Allah beschermd wordt.

(2) Toename van de begeerten en twijfelachtigheden.

Wanneer de begeerten en twijfelachtigheden toenemen onder de moslims, neemt hun gehoor aan de influisteringen aan de misleiding van de duivels toe. Shaykhoel-Islaam Ibn Taymiyyah zegt: ‘De toename van de influisteringen komt door de toename van de begeerten en de twijfelachtigheden en door het gehecht raken van het hart aan de geliefde zaken, welke het hart wil behalen, en de gehate zaken, welke het hart wil afweren…’

Daarom dient elke moslimman en moslimvrouw kennis van de religie te vergaren, opdat hun verstand verlicht raakt, hun ziel gezuiverd wordt, hun borst verruimd wordt en hun harten tot rust komen. Dit is de enige manier om gered te worden van de vele begeerten en twijfelachtigheden, die een vruchtbare weidegrond vormen voor de duivels.

(3) De onachtzaamheid van het hart aan het gedenken van Allah.

Allah (Verheven is Hij) zegt:
En wie zich blindelings afwendt van het gedenken van de Meest Barmhartige, voor hem stellen Wij een duivel aan die voor hem een gezel zal zijn. En voorwaar, zij verhinderen hen waarlijk van het rechte pad, terwijl zij denken dat zij rechtgeleid zijn.” [Soerat az-Zoekhroef 43:36-37]

Shaykhoel-Islaam Ibn Taymiyyah zegt in Madjmoe’ al-Fataawa (4/34): ‘De Satan is een wegsluipende influisteraar. Wanneer de dienaar zijn Heer gedenkt, sluipt de Satan weg, maar wanneer de dienaar onachtzaam is aan het gedenken van Hem, fluistert de Satan in. Daarom is het laten van het gedenken van Allah een oorzaak van het binnengaan van de valse geloofsopvattingen en de slechte neigingen in het hart. Tot het gedenken van Allah behoort het reciteren van Zijn Boek en het overpeinzen hiervan.’

(4) Het opzettelijk of onopzettelijk schade berokkenen aan de demonen.

Eén van de redenen dat de demonen de moslims aanvallen, is dat de moslims schade berokkenen aan de demonen.

Shaykhoel-Islaam Ibn Taymiyyah zegt in at-Tafsier al-Kabier (4/265) over de redenen dat de demonen bezit nemen van de mensen: ‘Soms kan het zijn dat de mens hen kwaad heeft gedaan door op hen geürineerd te hebben, heet water op hen te hebben gegoten, sommigen van hen te hebben gedood of andere vormen van het berokkenen van schade. Dit is de zwaarste vorm van bezetenheid en het komt vaak voor dat zij de bezetene dan doden.’

In veel van deze gevallen zijn de demonen degenen die als eerste onrecht hebben gepleegd aan de moslims. Dit komt doordat zij de vorm aannemen van dieren die door de mens gezien kunnen worden, zoals slangen, adders, honden, katten, enz. De moslim wordt dan bang hiervoor en denkt dat het een gewoon dier is, waardoor hij het dier slaat of doodt zonder de intentie te hebben om schade te berokkenen aan een demon. De islamitische wetgeving heeft toestemming gegeven om de schadelijke dieren zonder waarschuwing te doden, behalve de slangen die men in de huizen aantreft: deze dienen namelijk driemaal gewaarschuwd te worden.

Ook kan het zijn dat sommige demonen zich vestigen in de vuilnishopen achter de huizen. De mensen, die de demonen niet kunnen zien, gooien dingen weg en raken misschien een demon, waarna deze wraak neemt op de mens. Hoe dan ook, het is voor de moslim niet toegestaan om opzettelijk schade te berokkenen aan de demonen en vervolgens Allah tegen hen om hulp te vragen wanneer zij hem aanvallen.

(5) Een mannelijke of vrouwelijke demon kan een mens liefhebben en van hem houden.

Shaykhoel-Islaam Ibn Taymiyyah zegt in an-Noeboewwaat (blz. 399): ‘Een demon kan van een mens houden, op de manier dat een man van een vrouw houdt en een vrouw van een man, waardoor hij jaloers wordt en de mens tot dienst is. Wanneer deze mens met een ander omgaat, kan hij hem bestraffen door hem te doden of iets anders bij hem uit te voeren. Dit alles vindt werkelijk plaats.’

Verder zegt hij in at-Tafsier al-Kabier (4/265): 'Sommige vrouwelijke demonen willen van de mens die zij tot dienst zijn datgene wat de vrouw van een man wil (d.w.z. geslachtsgemeenschap). Dit komt vaak voor bij zowel de mannelijke als de vrouwelijke demonen. Vele mannelijke demonen doen bij de menselijke vrouwen datgene wat de menselijke mannen bij de menselijke vrouwen doen (geslachtsgemeenschap) en soms doen zij dit ook bij de menselijke mannen.’

Daarom dient elke moslimman en moslimvrouw zich te houden aan de wettige gedachtenissen, vooral de gedachtenissen die betrekking hebben op het binnengaan van het toilet en het hebben van geslachtsgemeenschap. Het zich ontbloten zonder Allah te gedenken, is namelijk één van de redenen dat de demon van de mens gaat houden.

(6) Soms kan de demon de mens kwaad doen enkel om hem te plagen.

Shaykhoel-Islaam Ibn Taymiyyah zegt in at-Tafsier al-Kabier (4/265): ‘Soms kan het zijn dat de demon de mens kwaad doet enkel om hem te plagen.' Maar Allah beschermt Zijn dienaren tegen hun kwaad wanneer zij hun toevlucht bij Hem zoeken, Hem aanroepen en aanbidden.

(7) Sommige demonen doen sommige moslims kwaad, omdat deze moslims zonden of innovaties verrichten.

Soms gebeurt het dat een demon die bezit heeft genomen van een moslimmens verteld dat hij in het lichaam van deze moslim is gegaan omdat deze een zondaar of innovator is. Dit wil zeggen dat deze demonen willen opkomen voor de Islam, waardoor zij de zondaars en innovators kwaad doen. Dit is niet toegestaan vanuit twee aspecten:

1. Het is voor de demonen verboden om bezit te nemen van een moslim.
2. Zij behandelen de zondaars en innovators niet op de manier die de Islamitische wetgeving voorschrijft.


Het is voor de demonen niet toegestaan om de zondaars en innovators te slaan of op een andere manier kwaad te doen. Het is zelfs zo dat de demonen de moslims niet mogen adviseren, omdat dit ertoe kan leiden dat zij hen angst aanjagen.

Hoe dan ook, het komt vaak voor dat de moslims op deze manier behandeld worden door de onwetende demonen, ook al zijn zij moslims.

(8) Soms kan dit plaatsvinden bij wijze van beproeving.

Allah kan dit voor de rechtschapen dienaar voorbeschikken omwille van een wijsheid, net zoals Hij de Profeet Ayyoeb (vrede zij met hem) beproefde door de Satan op hem af te sturen.