بسم الله الرحمن الرحيم
السلام عليكم ورحمة الله وبركاته
Wat is de weg naar redding die de moslim dient te nemen
om veilig te zijn tegen fitan?
Korte samenvatting van de weg naar redding die de moslim dient te nemen om veilig te zijn tegen fitan:
De eerste zaak:
Het opdoen van kennis, kennis over de Sharie'ah. En de basis hiervan is:
- Het begrijpen van al-'Aqiedah (de geloofsovertuiging) en het begrijpen van at-Tawhied. En tot deze [verzamelingen] behoort:
- as-Soennah van Ibn Abi 'Aasim
- as-Soennah van 'Abdoellaah ibn Ahmad
- at-Tawhied van Ibn Khoezaymah
- at-Tawhied van Ibn Mandah
- al-Ibaanah van Ibn Battah al-'Oeqboerie
- al-Ibaanah van Aboel-Hasan al-Ash'arie
- al-Imaan van Ibn Mandah
- Daarna [komt] het begrijpen van de rest van de verplichte daden.
Kort samengevat: de student van kennis heeft een noodzaak aan het leren uit de boeken van de Selef (Vrome Voorgangers) waarvan de schrijvers [een grote] zorg hebben gedragen in het overbrengen van de fundamenten van de religie en zijn vertakkingen.
De tweede zaak:
Het vasthouden aan de mensen van kennis voor wie getuigd wordt met vroomheid en taqwaa en een stevige grondvesting in kennis en het bekendmaken van de waarheid en het uitnodigen naar de Soennah.
"En voorwaar, de geleerden zijn de erfgenamen van de profeten. De profeten hebben namelijk geen dinaar of dirham nagelaten maar zij hebben kennis nagelaten. Voorwaar, wie dat grijpt; hij heeft een overvloedig aandeel gegrepen."
De derde zaak:
Het wegblijven van de boeken van [valse] ideologieën. En aan het hoofd [van deze boeken]:
- de boeken van Sayyid Qoetb
- de boeken van Mohammed Qoetb
- de boeken van [Yoesoef] al-Qaradaawi
- de boeken van al-Ghazaali as-Saqaa
Deze boeken en de boeken die hieraan gelijkaardig zijn, die boeken van [Islamitische] denkers worden genoemd.
- Ten eerste: het grootste deel van deze boeken zijn gebaseerd op al-jahl (onwetendheid) over de werkelijkheden van de Islamtische Wetgeving.
- Ten tweede: wat er zich bevindt in deze boeken van waarheid is een kleine hoeveelheid overschaduwd door een grote hoeveelheid valsheid. En deze waarheid, die overschaduwd is door een grote hoeveelheid valsheid bevindt zich [reeds] in de boeken van de Selef, wat ervoor zorgt dat wij geen noodzaak hebben aan deze [valse] boeken, en alle Lof is aan Allaah! En niemand adviseert met het lezen van deze boeken behalve een jaahil (onwetende), die niet op de hoogte is van de situatie of hij is een saahib hawaa (persoon van begeerte) die de moslims in het algemeen en specifiek de jongeren wilt trekken naar de afgrond, innovaties en dwalingen.
De vierde zaak:
Het zwijgen en het stil zijn en het overlaten van de zaak aan degenen die welsprekend zijn van degenen die ervaren zijn in het aanpakken van dilemma's en het oplossen van problemen met wat Allaah hen heeft gegeven aan fiqh (begrip), ervaring en goede beleidsvoering.
{En indien zij het hadden voorgelegd aan de Boodschapper en degenen onder hen die met gezag bekleed zijn dan zouden degenen die onderzoeksbekwaam zijn het [direct] begrepen hebben van hen. En als het niet wanwege de Gunst van Allaah over jullie en Zijn Genade zou zijn, hadden jullie de duivel gevolgd, op weinigen na.} [Soerah An-Nisaa: 83]
"De kinderen van Israa-iel hadden voortdurend Profeten die naar hen werden gezonden. Telekens wanneer een Profeet overleed, kwam er een andere Profeet en er is geen Profeet na mij. En Allaah heeft de leiding en het beheer van deze gemeenschap in de geleerden geplaatst."
De vijfde zaak:
Wanneer een gebeurtenis plaatsvindt en een ramp neerdaalt waarover sommige geleerden een uitspraak doen en waarover andere geleerden stil zijn en men niet weet wat zij hebben [van opinie]; dan is het verplicht voor de Islamitische jongeren om niet te snel te oordelen over deze zaak waardoor zij de toorn (woede) aanwakkeren op hun broeders. Echter dienen zij te kijken naar wat de gelijken (in kennis) en broeders van deze sprekers zeggen. Want de gelijken of de broeders van een spreker hebben sowieso ook een uitspraak. Maar het behoort niet tot de maslahah (voordeel) om deze uitspraken onmiddelijk openlijk te verkondigen!